Willem II: helder beleid, heldere keuzes

De Tilburgse club was een jaar of tien geleden nog een kerkhof voor trainers. Andries Jonkers en Dennis van Wijk rollebolden er met elkaar. Daarna zaten in een kort tijdsbestek Fons Groenendijk, Arno Pijpers en Gert Heerkes op de bok en fungeerden Mark Schenning, Theo de Jong en John Feskens een of meerdere wedstrijden als interim-trainer. 

Sinds de komst van Jurgen Streppel in 2011 heerst er rust aan het front. Die bleef vijf jaar in het zadel en diende zijn contract keurig uit. Ondanks de felle kritiek bleef Willem II de verbintenis met Erwin van de Looi respecteren. Die stapte zelf op toen er vanuit de hoek van de supporters acties op gang kwamen. Het leidde onder interim-trainer Reinier Robbemond tot een bevrijdende en memorabele 5-0 zege op PSV.  

Joris Mathijsen was toen al in dienst als technisch directeur. Als Willem II iets leerde van het vertrek van Van de Looi, is het dat een trainer het traditionele 4-3-3-systeem moet willen spelen en dat hij over een zeker charisma moet beschikken. Anders jaagt hij bij tegenvallende resultaten de supporters tegen zich in het harnas.

De speelwijze van de Tilburgse club ligt weer stevig verankerd in het beleidsplan. Het is het belangrijkste kompas bij de zoektocht naar spelers en naar een technische staf. Zo kwam Willem II 27 jaar na diens eerste periode bij Willem II weer bij Koster terecht. Het halen van de bekerfinale en van Europees voetbal zijn de vruchten van die samenwerking.

Twee jaar geleden werd de verbintenis met Koster, die bij zijn terugkeer voor een seizoen tekende, voor de eerste keer verlengd. De omstandigheden waren toen eigenlijk hetzelfde als nu. De start van de Tilburgse club was niet overtuigend en gaf er geen directe aanleiding toe. Pas nadat de Zeeuw zijn handtekening had gezet volgde de progressie.

De laatste jaren is een bal op paal of lat of een reeks van blessures niet langer bepalend voor ingrijpende beslissingen bij Willem II. Het samenspel bij de technische staf en hoe die met dergelijke situaties omgaat is veel belangrijker. Van paniekvoetbal is onder het bewind van Koster geen sprake. Die volgt de uitgestippelde lijn en weet uit ervaring dat de kans het grootst is dat het dan allemaal weer goed komt. 

Aanvoerder Jordens Peters liet duidelijk merken dat de selectie van Willem II nog lang niet uitgekeken is op de trainer, die behalve een goed oefenmeester ook een goed mens is waar jonge speler zich veilig bij voelen. De beleidsbepalers bij Willem II weten wat ze met Koster in huis hebben. Het is nog steeds de juiste man op de juiste plek. 

Adrie Koster mag dan 66 jaar zijn, hij voelt zich een jonge God tussen zijn spelers.