Horecanieuws: De ketels glimmen nog: stadsbrouwerij Jongens van de Wit open

Door Bart Gotink

De historie van het pand wordt gerespecteerd. En dus hangen er houten vaten boven de bar en zijn de trappen en vides van ‘eenvoudig, kwalitatief staal’. Staal dat ook gebruikt werd toen onder de sheddaken in het Paleiskwartier nog een goederenloods zat, zo vertelt Erwin de Wit.

Biersommelier
Maar een goederenloods is het niet meer, zo laat de initiatiefnemer van stadsbrouwerij Jongens van de Wit zien bij een rondleiding door het laatste gevulde sheddak. Want beneden staat een bar en zijn zitplaatsen, boven is een compleet brouwhuis. Daarmee is de brouwerij en café ineen klaar om te starten. Klaar om bieren te verkopen, maar De Wit is ook klaar om zijn kennis over bieren te verspreiden met de masterclasses die de biersommelier wil gaan geven. „Dat kan gaan om proeven, maar ook over het brouwproces. Verder werken we aan een brouwersopleiding samen met de HAS.”

800 kilo
In het pand worden straks negen bieren gebrouwen, van een Bossche Blondje tot Bossche Duisternis, door 3 brouwers. Het brouwen gaat in ketels van 1000 liter. Die glimmende ketels op hun plek krijgen, was nog geen makkie. De Wit: „Ze wegen 800 kilo, leeg. Dat past alleen door de nooduitgang. En om de ketels op de vide te krijgen, hadden we speciaal materiaal nodig voor het zware werk.”

Geluid
Maar het brouwhuis staat nu boven. Als gast kun je van dichtbij kijken naar de brouwketels, al zal het echte brouwwerk ‘s morgens voor opening plaatsvinden. „Dat heeft vooral te maken met het zoemende geluid dat de pomp maakt. En het langst duurt het rusten. Het bier moet vijf tot acht weken in tanks blijven zitten”, aldus De Wit. Helemaal af is de brouwerij cq café nog niet: boven de bar komen nog bijvoorbeeld ook nog nieuwe biervaten te hangen en de buizen die rechtstreeks van het brouwhuis naar de tap moeten leiden, liggen er nog niet. Deze werden onder meer gefinancierd met de succesvolle crowdfundingsactie, waarbij 104.000 euro werd opgehaald.

14.000 liter
De brouwers hopen het eerste jaar veertien keer te kunnen brouwen, wat neerkomt op 14.000 liter eigen gebrouwen bier. Daarnaast worden nog andere bieren verkocht in het café, waar plek is voor ruim honderd man. Nog voor de lunch gaat het café dagelijks open, want er zijn ook maaltijden en koffie te krijgen.